Een technologisch veelzijdig en bovengemiddeld leuk bedrijf

 

Ronald van Gerwen trad vorig jaar juli, middenin de coronacrisis, aan als CEO van ImProvia, wat al gauw FMI ImProvia werd. Corona doet nog wel afbreuk aan de fun die hij als verbinder en teamspeler ontleent aan het werken met mensen, maar bij FMI ImProvia is hij helemaal in z’n element. “Het is een technologisch veelzijdig en bovengemiddeld leuk bedrijf. Dat weet de buitenwereld nog onvoldoende en moeten we dus nog meer vertellen.”

 

Ronald van Gerwen studeerde informatica in het HBO en werkte vervolgens in de ICT, de maakindustrie en de dienstverlening (detachering). Hij doorliep een gevarieerde loopbaan en was onder meer software-engineer, projectleider, R&D-manager, business developer en directeur. Bij TMC vertrok hij toen na tien jaar de tijd van pionieren voorbij was en de organisatie was uitgekristalliseerd. Tijdens z’n sabbatical zag hij de vacature voor CEO van ImProvia voorbijkomen en begon het bij hem weer te kriebelen. “Na drie of vier klikken op LinkedIn zat ik plotseling in de sollicitatieprocedure.”

Wat sprak jou aan in ImProvia?

“De kernwaarden en het gedachtegoed deden me heel erg denken aan de beginperiode bij mijn vorige werkgever. Technologie is belangrijk, voor de maatschappij en de economie. Het groeit niet in een potje, maar is iets dat uit mensenhanden voortkomt. De waardering voor techneuten die technologie naar de samenleving brengen, mag dan ook wel wat groter zijn; zij mogen een breder podium krijgen. Dat denken sprak mij aan.”

Wat voegde de joint venture met FMI toe?

“Dat was voor mij een extra haakje, naar de tijd dat ik als R&D-manager werkte bij Assembléon: ijzer op de vloer, zelf iets bouwen. Ik zei dan ook meteen dat ik teleurgesteld zou zijn als ik het niet zou worden. Want de combinatie van dingen die bij FMI ImProvia zouden gaan gebeuren, paste precies bij mij en mijn carrière tot nu toe: commercie, detachering, consultancy, machinebouw.”

Is dat niet heel breed?

“Ik zag de uitdaging ook al voor me: uit dat alles één bedrijf smeden en dat één smoel laten krijgen. Tegelijk vind ik autonomie en verantwoordelijkheid van de business units superbelangrijk. Dat had ik eerder al geleerd. Als je verantwoordelijkheden relatief laag in de organisatie legt en die zelfsturend maakt, dan werkt dat vele malen sterker dan wanneer je van bovenaf gaat roeptoeteren wat er moet gebeuren. Dan krijg je sirenemanagement en dat moet je niet hebben.”

Waarom koos ImProvia voor jou?

“Dat moet je natuurlijk aan de eigenaren vragen, maar ik denk dat het te maken heeft met mijn naar buitengerichte, commerciële blik. Als directeur ben je te allen tijde het gezicht van het bedrijf, richting klanten, media en sollicitanten, maar ook richting je eigen medewerkers. Dat vind ik leuk en volgens mij kan ik dat ook goed. Ik ben geen ‘baas-baas’, ik verbind mensen en breng ze samen; dat vind ik leuk. Voor mezelf beginnen was geen serieuze optie. Ik werk graag met groepen mensen, om in een team samen dingen te bewerkstelligen. Daar zit voor mij de fun.”

Hoe was je start middenin de coronacrisis?

“Corona deed zeker afbreuk aan die fun. Op je zolderkamer voor een beeldscherm werken is efficiënt, maar er is geen bal aan. Ik beschouw het als een grote handicap dat je alleen via beeldschermen met je medewerkers zou kunnen communiceren en bedrijfsmeetings houden. Je staat dan voor de camera te presenteren en hebt nul interactie met de mensen. Je weet niet of ze luisteren, netflixen of in slaap zijn gevallen, terwijl je in een zaal mensen kunt aanspreken en prikkelen; daar leef ik van. Daarom heb ik alle vestigingen al bezocht, behalve Aken, en heb ik in een coronajaar toch meer dan 40.000 kilometer gereden.”

Wat is de kracht van de joint venture?

“De diversiteit van onze competenties, de combinatie van onze diensten en de verschillende markten waarvoor we werken, van hightech machinebouw tot infra en energie. Het blijft niet bij consultancy, we maken ook dingen. We gaan van idee en concept tot ijzer op de vloer en de garantie die we daarop afgeven. We kunnen de klant bij wijze van spreken een krat sturen met daarin een robot, een machine of een complete productielijn.”

Zie je al synergie?

“In deze coronatijd is de interactie tussen de verschillende onderdelen al verbazingwekkend goed. Salesmensen trekken samen op naar klanten, er is veel kruisbestuiving binnen de joint venture, maar ook met andere FMI-bedrijven en de 21 Groep. Als er geen gezamenlijkheid zou zijn in propositie, diensten en klanten, zou dat niet gebeuren. We hebben het samenwerken niet verordonneerd, maar het gebeurt gewoon. Mensen zoeken elkaar op, spelen elkaar de bal toe, er gebeuren dingen. Onze consultants en machinebouwers gaan al samen naar klanten, FMI-bedrijven weten onze vestiging in Polen al te vinden, er ontstaan allerlei kruisverbanden.”

Ook tussen infra en hightech?

“Vanuit besturingsperspectief maakt het niet veel uit of je nou een robotarm of een brugdek moet besturen. Op competentieniveau zie je voor onze ingenieursdiensten veel overlap, onze mensen zijn multi-inzetbaar. Op het ene moment zijn ze bezig met een brug en even later zijn ze hier een machine aan het bouwen. Die breedte aan projecten is leuk voor onze medewerkers en maakt het avontuurlijk. Daarmee willen wij nieuwe mensen aantrekken, want dat is tegenwoordig de grootste uitdaging.”

Dus je zoekt ondernemende mensen?

“Ingenieurs met EQ (emotionele intelligentiequotiënt, red.), zo omschrijven we bij FMI ImProvia onze mensen. Het gaat niet alleen om je kennis, maar ook om hoe je je gedraagt. Twee mensen kunnen op school dezelfde cijfers hebben gehaald, maar toch zal de een succesvoller zijn dan de ander en dat komt door hoe ze zich manifesteren op de werkvloer. Autonomie en zelfsturendheid zijn daarin heel belangrijk. Op het moment dat ze die vrijheid ervaren, kunnen mensen als dat nodig is ook kritisch zijn richting de klant, zonder dat ze bang hoeven te zijn dat hun baas het achteraf te kritisch vindt. Je zo durven opstellen is een groot goed, maar je moet wel de mensen vinden die dat kunnen en willen. Die mensen willen we hebben, met technische expertise en ondernemend gedrag, in een mix van leeftijden. Seniors brengen hun ervaring in, schoolverlaters kennis van de nieuwste technologieën.”

Welke nieuwe technologieën?

“Dan moet je denken aan Industrie 4.0, smart robotics, Internet of Things, digital twin, cloud en cybersecurity. Het besturen van machines en installaties, daar draait het om. Voor het maken van slimme besturingen heb je tegenwoordig big data nodig, die je moet kunnen interpreteren met behulp van data science en machine learning. Van origine ben ik een softwarejongen, dus wat mij betreft moeten we met deze thematiek meer doen. Iedereen heeft tegenwoordig goede mensen en levert kwaliteit, dus je kunt je alleen nog onderscheiden met de expertise die je biedt en de manier waarop je je manifesteert bij de klant. We gaan over de volle breedte van FMI ImProvia met elkaar optrekken om de competenties voor de technologieën die ik noemde verder te ontwikkelen. Daarbij kunnen we elkaar vanuit de verschillende onderdelen helpen en van elkaar leren. En daar hebben we dus die jonge mensen met de nieuwste kennis voor nodig. Ik geloof in technologieontwikkeling; dat zorgt voor verbinding en brengt onze organisatie op een hoger plan.”

En welke maatschappelijke thema’s?

“Bij ons staat onder meer duurzaamheid hoog op de agenda. Voor onszelf hebben we inmiddels trede 5 bereikt van de CO2-Prestatieladder (een duurzaamheidsinstrument dat organisaties helpt bij het reduceren van de CO2-uitstoot door eigen activiteiten, red.). Je moet je huiswerk natuurlijk op orde hebben. Maar we richten ons vooral op de verduurzaming van klanten; denk aan de energietransitie. We hebben bijvoorbeeld de tender voor een nieuwe brug gewonnen omdat we voor de energieopwekking en het energiemanagement slimme dingen hebben bedacht. Zoals het terugwinnen van energie bij het laten zakken van de brug. Ook bouwen we een digital twin van de brug, om te simuleren hoe je de besturing zo efficiënt mogelijk kunt uitvoeren. Bij het onderhoud van een bestaande tunnel komen de energiekosten voor onze rekening; die zitten voor 80-90 procent in de verlichting. Die maken we dus een stuk energiezuiniger en duurzamer. Op dit gebied gaan we nog veel meer kennis vergaren en slimmigheden ontwikkelen.”

Welke uitdagingen zie je?

“Technologieontwikkeling en verduurzaming zijn wel de belangrijkste. Daarnaast is in de huidige coronatijd samenwerking lastig, al ben ik er trots op dat die al goed begint te marcheren; ondanks corona zoeken onze mensen elkaar op. Met onze vestiging in Polen is dat nog wat lastiger, terwijl we hun expertise en kostenefficiëntie in Nederland nog wel beter kunnen benutten. Onze Poolse collega’s hebben veel kennis van machinebouw en productiebesturing. Dat mag meer bekend worden.”

Hoe bekend is FMI ImProvia inmiddels?

“We moeten nog zichtbaarder worden en daarvoor hebben we onder meer onze nieuwe website gelanceerd. FMI ImProvia is een bovengemiddeld leuk bedrijf, dat is misschien wel ons best bewaarde geheim. Techneuten zijn bescheiden mensen; als ze iets hebben afgerond, vinden ze het al snel normaal, terwijl het voor een buitenstaander toch echt een bijzonder verhaal is. We moeten nog veel meer het verhaal over onze projecten vertellen. Want onze klanten én medewerkers zijn onze beste ambassadeurs.”

Want je wilt verder groeien?

“Groei is voor ons geen doel op zich, maar als we onze klanten nog meer kwaliteit en toegevoegde waarde willen leveren en onze dienstverlening willen intensiveren, hebben we meer mensen nodig. Die groei moet komen uit onze technologische expertise. Uiteraard hebben we een flexschil nodig, maar we willen met elkaar de technologische competenties verder opbouwen en daarvoor moeten we mensen aan ons binden. Het aantrekken van goede mensen is echter een uitdaging, zoals ik al zei. Daar moeten we veel energie in steken. Gelukkig is het verloop bij ons laag. FMI ImProvia is een leuk en warm bedrijf en onze medewerkers voelen dat.”